
Jurisprudentie
BB2681
Datum uitspraak2007-08-31
Datum gepubliceerd2007-08-31
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers09/535037-07
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2007-08-31
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers09/535037-07
Statusgepubliceerd
Indicatie
Diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd. De verdachte heeft, samen met anderen, meerdere diefstallen gepleegd van een bedrijfsterrein, waarbij zij een grote hoeveelheid ijzer, roestvrij staal en koper hebben weggenomen. Deze materialen verkochten zij bij een ijzerboer. De opbrengst verdeelden zij onderling. De straf is gegrond op de artikelen - 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht. Gevangenisstraf van 84 dagen, met aftrek, waarvan 42 dagen voorwaardelijk, proeftijd van 2 jaar, bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringscontact. Benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vordering.
Uitspraak
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummer 09/535037-07
's-Gravenhage, 31 augustus 2007
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats],
adres: [adres].
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 20 april 2007 en 17 augustus 2007.
De verdachte is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
Er hebben zich twee benadeelde partijen gevoegd.
De officier van justitie mr Gruppelaar heeft gevorderd dat de dagvaarding met betrekking tot het onder 3 genoemde feit nietig wordt verklaard, dat de verdachte terzake van het hem bij dagvaarding onder 1 ten laste gelegde wordt vrijgesproken en dat de verdachte terzake van het hem bij gewijzigde dagvaarding onder 2 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 84 dagen, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 42 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, en als bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringscontact, alsmede een werkstraf voor de tijd van 120 uur subsidiair 60 dagen hechtenis.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij [bedrijf] B.V. vestiging Huizen, in verband met de gevorderde vrijspraak voor het betreffende feit (feit 1).
De officier van justitie heeft voorts geconcludeerd tot niet-ontvankelijk verklaring van de Gemeente Alkemade in de vordering nu niet duidelijk is geworden hoe de gemeente als benadeelde bij deze zaak betrokken is.
De tenlastelegging.
Aan de verdachte is ten laste gelegd - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting - hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A, en van de vordering wijziging tenlastelegging, gemerkt A1.
Nietigheid van de dagvaarding ten aanzien van feit 3.
De rechtbank is van oordeel dat de dagvaarding onder 3 niet voldoet aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering, nu onvoldoende duidelijk en verifieerbaar is op welke zaken dit ten laste gelegde feit betrekking heeft. Tegen de achtergrond van het dossier is niet gebleken wanneer, waar, van wie en wat de verdachte gestolen zou hebben. De rechtbank zal de dagvaarding met betrekking tot het derde ten laste gelegde feit nietig verklaren.
Vrijspraak.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte bij dagvaarding onder 1 is ten laste gelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen.
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De bewezenverklaring.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen - elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft - staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast. Op grond daarvan is de rechtbank tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat de verdachte de op de - gewijzigde - dagvaarding onder 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht - en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de tenlastelegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering de verdachte niet in de verdediging is geschaad - de inhoud van de tenlastelegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar.
De verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Strafmotivering.
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft, samen met anderen, meerdere diefstallen gepleegd van een bedrijfsterrein in Roelofarendsveen, waarbij zij een grote hoeveelheid ijzer, roestvrij staal en koper hebben weggenomen. Deze materialen verkochten zij bij een ijzerboer. De opbrengst verdeelden zij onderling.
De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat hij door zijn handelen andermans eigendom niet heeft gerespecteerd en anderen daardoor heeft gedupeerd. De aangerichte schade is groot.
De rechtbank heeft in aanmerking genomen dat de verdachte, blijkens een hem betreffend Uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 11 januari 2007, reeds eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen, ook voor een soortgelijk delict, zij het dat dat al enige tijd geleden is.
De rechtbank heeft acht geslagen op het voorlichtingsrapport van Parnassia Psycho-medisch centrum d.d. 16 april 2007. De rapporteurs geven de rechtbank in overweging een groot voorwaardelijk strafdeel op te leggen in combinatie met een bijzondere voorwaarde tot verplicht reclasseringscontact. Binnen dit reclasseringstoezicht zal betrokkene volgens de rapporteurs op een aantal praktische gebieden begeleid worden, leren omgaan met middelengebruik en inzicht krijgen in zijn delictgedrag.
Nu van de ten laste gelegde feiten slechts de diefstallen genoemd onder feit 2 resteren acht de rechtbank na te melden, deels voorwaardelijke, gevangenisstraf passend en geboden. Aan het voorwaardelijk deel zal de rechtbank de bijzondere voorwaarde verbinden dat de verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen van de Reclassering. De voorwaardelijke straf strekt er voorts toe de verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
De vorderingen van de benadeelde partijen.
[bedrijf] B.V., vestiging Huizen, [adres], heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van een vordering tot schadevergoeding, groot € 15.400,32.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte is vrijgesproken van het feit waarop de vordering betrekking heeft (feit 1).
Ook de Gemeente Alkemade, Westeinde 1, 2371 AS Roelofarendsveen, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van een vordering tot schadevergoeding, groot € 514,75.
De rechtbank zal ook deze benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering tot schadevergoeding, aangezien de rechtbank de gemeente Alkemade, wat de geleden schade betreft, niet in verband heeft kunnen brengen met de onder 2 ten laste gelegde en bewezenverklaarde diefstallen.
De toepasselijke wetsartikelen.
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart de inleidende dagvaarding voor wat betreft feit 3 nietig;
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de bij dagvaarding onder 1 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij - gewijzigde - dagvaarding onder 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
DIEFSTAL DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN, MEERMALEN GEPLEEGD;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 84 (VIERENTACHTIG) DAGEN;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
in verzekering gesteld op : 10 januari 2007,
in voorlopige hechtenis gesteld op : 12 januari 2007,
in vrijheid gesteld op : 21 februari 2007;
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot 42 (TWEEËNVEERTIG) DAGEN, niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 2 jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit, alsmede onder de hierna te noemen bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften hem te geven door of namens de stichting reclassering Nederland, ressort Den Haag, i.c. de sector justitiële verslavingszorg van Psycho-medisch centrum Parnassia te 's-Gravenhage, zolang die instelling zulks nodig acht;
geeft hierbij opdracht aan bovengenoemde reclasseringsinstelling krachtens het bepaalde bij artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht;
bepaalt dat de benadeelde partij [bedrijf] B.V., vestiging Huizen, [adres], niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding, en dat deze de vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
bepaalt dat de benadeelde partij Gemeente Alkemade, Westeinde 1, 2371 AS Roelofarendsveen, niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding, en dat deze de vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs De Boer, voorzitter,
Ferenschild en Lely, rechters,
in tegenwoordigheid van Van den Bosch, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 31 augustus 2007.